Verloop van de bevalling

De start van je bevalling kan op 2 verschillende manieren zijn. Je krijgt ontsluitingsweeën of je vliezen breken. Bij de start of wat later tijdens de bevalling kan je ook wat slijmerig bloedverlies hebben.

Een bevalling kan in 3 periodes worden ingedeeld

  • De ontsluitingsperiode; de baarmoedermond verweekt, verstrijkt en gaat open.
  • De uitdrijvingsperiode: Het kindje wordt geboren
  • De nageboorte: de placenta en de vliezen worden geboren

Weeën zijn duidelijk anders dan harde buiken. Opvallend is dat ze met steeds meer regelmaat komen waarbij ze in duur en kracht toenemen. Als bij een eerste kind frequentie van de weeën binnen vijf minuten is en steeds langer gaan aanhouden (60 seconden), zie je vaak dat je baarmoedermond gaat veranderen (verweken, verstrijken en ontsluiten). Het eerste deel van de ontsluiting noemen we de ‘latente fase’. Deze fase kan lang duren doordat er veel veranderingen optreden aan de baarmoedermond en de weeën nog langzaam sterker zullen worden. bevalling weeën verloop ontsluiting

De baarmoedermond (onderste deel van de baarmoeder) heeft tijdens de hele zwangerschap gezorgd dat het kindje veilig in de baarmoeder zit, tijdens de bevalling zorgt dit orgaan voor de opening waardoor het kind geboren kan worden.
Doordat de weeën zich over het algemeen langzaam opbouwen kun je geleidelijk wennen aan de pijn. Je lichaam krijgt zo kans om natuurlijke pijnstillers, endorfine, aan te maken. Zodra de weeën meer gaan toenemen (frequentie van 3-4 minuten en duur van 60 sec) komt er meer ontsluiting. Vanaf 4 cm kom je in de ‘actieve fase’ terecht. Voor een eerste kind vordert de ontsluiting, bij goede weeën, gemiddeld 1 cm per uur (volledige ontsluiting is bij 10 cm). Bij een tweede kindje gaat de ontsluiting vaak wat sneller. De belinstructies voor bij de bevalling bespreken we rond 35-37 weken van de zwangerschap op het spreekuur, maar zijn ook hier te vinden.

Ongeveer 10% van alle bevallingen start met het breken van de vliezen (overige bevallingen starten met weeën). De vliezen kunnen op twee manieren breken. De meest voorkomende manier is dat de vliezen centraal breken (onderaan in je baarmoeder). Je verliest dan opeens een plons(je) met vruchtwater. De andere manier is een hoge vliesscheur (hoger in de baarmoeder). Hierbij verlies je niet direct duidelijk een grote plons met vruchtwater. Bij beide manieren blijf je steeds kleine beetjes vocht verliezen, vaak wat meer bij bewegingen van jezelf of die van je kind. Het kan soms, vooral bij een hoge vliesscheur, lastig zijn te bepalen of de vliezen gebroken zijn. Het vochtverlies kan ook urine of waterige vaginale afscheiding zijn. Als je twijfelt of je vliezen gebroken zijn, neem dan contact op met ‘Puur verloskundigen’. Wanneer je nog meer moet bellen kan je hier vinden. Deze instructies worden tevens op het spreekuur rond 35-37 weken van de zwangerschap besproken.

Bij een normale bevalling heeft vruchtwater een heldere, waterige kleur, soms met wat rozig slijmverlies. In de meeste gevallen zullen de weeën binnen 24 uur opgang komen. Als de vliezen lang gebroken zijn, bestaat er een kleine kans op een infectie bij jou en je kind. Het is daarom belangrijk om de volgende maatregelen in acht te nemen:

  • Temperatuur rectaal meten iedere 4-6 uur.
    • Boven de 37,8 contact opnemen met de dienstdoende verloskundige
  • Niet in bad
  • Geen gemeenschap/ vrijen
  • Geen gebruik van tampons en dergelijke

Vruchtwater kan echter ook groen, bruin of geel van kleur zijn. In dit geval heeft het kind in het vruchtwater gepoept. We noemen dit meconium houdend vruchtwater. Dit is een reden om in een ziekenhuis te bevallen onder leiding van een klinisch verloskundige of gynaecoloog. Als vlak voor de geboorte van het kind pas sprake is van meconium houdend vruchtwater, is dit géén reden om alsnog naar het ziekenhuis te gaan.

We spreken van langdurig gebroken vliezen zodra deze 24 uur gebroken zijn. Hoe langer de vliezen gebroken zijn hoe groter de kans wordt op een eventuele infectie. Om die reden zullen wij je, als je nog geen of matige weeën hebt of als je nog niet ver genoeg bent in je ontsluiting, overdragen aan de gynaecoloog. In het ziekenhuis kan door middel van extra onderzoek gecontroleerd worden hoe de conditie van de baby is.

Aan het einde van de ontsluitingsperiode kan je persdrang gaan ervaren. Dit is een onhoudbare drang die voelt alsof je moet poepen. Meestal is er dan sprake van volledige ontsluiting (10cm). Zodra dit bereikt is, kan je mee gaan persen. Het persen duurt bij een eerste kind gemiddeld 60 minuten, maar kan ook 2uur duren. Bij een tweede kindje kan dit veel vlotter zijn; wisselend van 1 perswee tot een uur.
In het begin van de pers-fase zie je aan de buitenkant nog niets.persen uitdrijving geboorte kind Bij elke wee duw je het kindje dieper, door de weerstand van de bekkenbodemspieren vaak twee stappen vooruit en 1 stap achteruit. Het is goed de perswee zo optimaal mogelijk te gebruiken. Dat is vaak drie keer persen en zo je kind steeds iets verder zakt. Als de wee voorbij is zakt je kind weer een klein stukje terug. Zodra de baby dieper komt en dit aan de buitenkant ook zichtbaar is, neemt vaak de druk op je anus meer toe. Dit komt doordat de baby een bocht onder je schaambot moet maken en dus eerst richting je anus gaat. Als het hoofdje eenmaal geboren is volgt de geboorte van het lijfje in dezelfde wee. Wij leggen het kindje dan bij jou op de borst en drogen het goed af om afkoeling te voorkomen.

Na de geboorte van je kind moet de placenta (moederkoek) nog geboren worden. Je voelt vaak na enkele minuten weer een wee/kramp opkomen in je buik. Dit is vaak een teken dat de placenta los komt en geboren kan worden. De placenta moet binnen 60 minuten, na geboorte van je kind, geboren worden. Om dit te bespoedigen en je bloedverlies onder controle te houden, geeft iedere verloskundige van ‘Puur verloskundigen’ direct na je bevallig, met jouw toestemming, een injectie met het hormoon oxytocine.

Nadat de placenta geboren is zal het perineum, evenals de vaginawand en de schaamlippen worden geïnspecteerd. Mocht er sprake zijn van een ruptuur (scheur) dan kan deze na verdoving gehecht worden.

Als je bevalling erop zit kijkt de verloskundige het kindje na. Er wordt van top tot teen gekeken. Hierbij kun je denken aan: is het gehemelte gesloten, zijn de reflexen aanwezig en zijn alle vingers en tenen aanwezig. Het kindje wordt gewogen en krijgt, met toestemming van jou, vitamine K voor de bloedstolling.

'Als je het niet meer trekt, moet je duwen.'