Weeën zijn duidelijk anders dan harde buiken. Opvallend is dat ze met steeds meer regelmaat komen waarbij ze in duur en kracht toenemen. Als bij een eerste kind frequentie van de weeën binnen vijf minuten is en steeds langer gaan aanhouden (60 seconden), zie je vaak dat je baarmoedermond gaat veranderen (verweken, verstrijken en ontsluiten). Het eerste deel van de ontsluiting noemen we de ‘latente fase’. Deze fase kan lang duren doordat er veel veranderingen optreden aan de baarmoedermond en de weeën nog langzaam sterker zullen worden. 
De baarmoedermond (onderste deel van de baarmoeder) heeft tijdens de hele zwangerschap gezorgd dat het kindje veilig in de baarmoeder zit, tijdens de bevalling zorgt dit orgaan voor de opening waardoor het kind geboren kan worden.
Doordat de weeën zich over het algemeen langzaam opbouwen kun je geleidelijk wennen aan de pijn. Je lichaam krijgt zo kans om natuurlijke pijnstillers, endorfine, aan te maken. Zodra de weeën meer gaan toenemen (frequentie van 3-4 minuten en duur van 60 sec) komt er meer ontsluiting. Vanaf 4 cm kom je in de ‘actieve fase’ terecht. Voor een eerste kind vordert de ontsluiting, bij goede weeën, gemiddeld 1 cm per uur (volledige ontsluiting is bij 10 cm). Bij een tweede kindje gaat de ontsluiting vaak wat sneller. De belinstructies voor bij de bevalling bespreken we rond 35-37 weken van de zwangerschap op het spreekuur, maar zijn ook hier te vinden.